Onderzoekers vinden potentiële darmbacteriën die verloop van MS voorspellen

Leuvense en Brusselse onderzoekers zijn erin geslaagd darmbacteriën te identificeren die mogelijk het verloop van de zenuwziekte multiple sclerose (MS) kunnen voorspellen. Dat heeft het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) bekendgemaakt. De resultaten werden gepubliceerd in Gut Microbes.  

Multiple sclerose is een zenuwziekte waarvan de exacte oorzaak nog steeds onbekend is. Patiënten krijgen ontstekingen die schade aan hun zenuwbanen en hun omhulsels veroorzaken. Dat kan leiden tot symptomen als vermoeidheid, moeilijker wandelen, spasticiteit, slechter zicht en meer. In België leven naar schatting 13.500 personen met MS, jaarlijks zijn er circa 400 nieuwe diagnoses.

Het verloop van de ziekte verschilt erg patiënt per patiënt. Het langdurige effect van de ziekte voorspellen blijft daardoor een uitdaging. De methodes die momenteel ter beschikking zijn, zoals MRI-scans, kunnen slechts een beperkte voorspelling maken. Onderzoekers zijn daarom al langer op zoek naar manieren om de prognoses te verbeteren.

Verstoord microbioom

Dat er een link was tussen MS en een verstoord microbioom, het geheel aan bacteriën en andere micro-organismen in ons lichaam, was al langer duidelijk uit eerdere onderzoeken. Die studies richtten zich echter enkel op één moment in de tijd.

In een nieuw onderzoeksproject – een samenwerking tussen Dr. Lindsay Devolder en Prof. Jeroen Raes van VIB-KU Leuven Center voor Microbiologie, Dr. Ayla Pauwels en Prof. Marie D’Hooghe van het departement Neurologie van VUB/UZ Brussel, en het nationale MS center te Melsbroek – vonden onderzoekers nu de eerste indicaties dat onze eigen darmbacteriën kunnen helpen om het verloop van MS in een patiënt te voorspellen.

De nieuwe studie heeft MS-patiënten langdurig opgevolgd, om ook conclusies te kunnen trekken voor langere termijn.

Het onderzoeksteam volgde 111 MS-patiënten gedurende gemiddeld 4,4 jaar. Doorheen die tijd verzamelde het team op geregelde tijdstippen stalen van hun stoelgang, en deden ze neurologische testen, zoals wandeltesten en handvaardigheidstesten. Zo konden de onderzoekers nagaan of de symptomen van de ziekte stabiel bleven of verergerden.

Aan het einde van de studie toonde 41 procent van de patiënten significant verergerde symptomen. Bij 43,6 procent van de patiënt van die groep werd het 'Bacteroiden 2 enterotype' (Bact2) gevonden in de stalen van de stoelgang. Dat is een specifieke samenstelling van darmbacteriën die een indicatie is voor een verstoord microbioom. Bij de groep MS-patiënten van wie de symptomen stabiel bleef, werd Bact2 slechts bij 16,1 procent teruggevonden.

Causaal verband niet bewezen

Het opzet van de studie kon niet nagaan of er ook een causaal verband bestaat, en of de aanwezigheid van Bact2 ook effectief een oorzaak is voor een verslechtering van de MS-symptomen. Tot hiertoe is enkel bewezen dat de twee samen vaak voorkomen.

Omdat de aanwezigheid van Bact2 bij de patiënten over de jaren heen relatief stabiel bleef, kunnen de darmbacteriën helpen om te voorspellen hoe de zenuwziekte zal evolueren. "Dat maakt de resultaten erg veelbelovend, al moeten ze nog gevalideerd worden in een grotere groep", zegt professor Jeroen Raes (VIB-KU Leuven Center voor Microbiologie).

"De implicaties van dit onderzoek zijn extreem belangrijk", zegt ook professor Marie D'Hooghe (VUB/UZ Brussel). "We hebben nu nieuwe inzichten in complexe relaties tussen het immuunsysteem, het darmmicrobioom en het centrale zenuwstelsel. Als we op voorhand weten bij welke patiënten de symptomen zullen verergen in de loop der jaren, dan kunnen we in het vroege stadium onze behandeling hier reeds aan aanpassen."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.